vrijdag 24 augustus 2007

Poëzie

Mijn favoriete dichter is Rutger Kopland, waanzinnig zoals die man een sfeer weet op te roepen, het ongrijpbare weet te benoemen; zoals iets er wel is maar tegelijkertijd ook weer niet. Ik zal me hier dus gelijk aan "diefstal" schuldig maken...komt ie: "De Plek" van Rutger Kopland (uit: Dankzij De Dingen).


1.

Herinneringen. We gaan weer het spoor
dat zich verloor in de stenen,
weer de schemer, weer ergens
een plek.

We keken naar de bergen om ons heen
tot de nacht kwam, luisterden
naar de wind tot hij ging liggen,
zaten bij het vuur tot de as
was gedoofd.

We spraken tot we sliepen.

2.

We ontwaakten en begonnen te spreken.

We keken naar de bergen om ons heen
tot de dag kwam, luisterden
tot er weer wind was,
zaten bij de as
tot het brandde.

We verlieten de plek, keken om,
ergens tussen de stenen moest het nog zijn,
maar het was er niet meer.
We vonden het spoor terug.

3.

Als we het spoor niet hadden verloren,
de schemer niet was gekomen,
er ergens tussen de stenen
geen plek was geweest.

Als de bergen om ons heen niet waren
verdwenen in de nacht,
de wind niet was gaan liggen,
het vuur niet was gedoofd.

Als we geen woord hadden gesproken,
niet waren ingeslapen,
niet waren ontwaakt.

Geen opmerkingen: